De geschiedenis van de huidige Epagneul de Saint-Usuge, of Saint-Usuge Spaniël in het Engels, begint in september 1945.
Priester en voormalig krijgsgevangene, Robert Billard vestigt zich na zijn vrijlating in Savigny-en-Revermont (departement Saône-et-Loire in de regio Bresse in noord Bourgondië). Dit gebied staat bekend om haar goede jachtmogelijkheden voor houtsnip, kwartel, parelhoender en fazant, maar ook om de voor de hond uitdagende omstandigheden die het landschap biedt. Het is dit gebied dat de behoefte deed ontstaan aan een compacte en krachtige voorstaande all-rounder.
De herkomst van dit ras is terug te leiden naar de 16de eeuw. Echter ondervond Billard dat het bestaan van dit ras voor het laatst vastgelegd was in 1936, tijdens een hondenshow in Louhans; 17 kilometer ten oosten van Savigny-en-Revermont.
Billard, een enthousiast jager, begon een zoektocht naar een locale jachthond: de Epagneul de Saint-Usuge.
Hij doorzocht de archieven van de franse kennelclub; de "Société Centrale Canine" (SCC).
Met de rasstandaard van 1936 onder de arm ontmoette Billard jagers in zijn kerkelijk gemeenschap tot hij een teef vond met de naam "Poupette".
Het vinden van een geschikte reu bleek een zware dobber, maar in 1947 vond Billard "Dick", zoon van "Braco", welke in 1936 best of show was in Louhans. Om het ras sterk en succesvol terug te brengen zette Billard zijn zoektocht naar andere reutjes voort. In 1962 gebruikte hij noodgedwongen een Kleine Munsterlander teef om genetische diversiteit te vergroten; dit ras lijkt het meest op de Epagneul de Saint-Usuge.
Ruim 30 jaar was de Abdij van Savigny-en-Revermont het toneel van de wederopstanding van een verloren ras. Billard legde daarbij elke geboorte nauwkeurig vast.
In 1980 is het werk van Billard overgenomen en in 2005 is de franse "Club de l'Epagneul de Saint-Usuge opgericht.
De Epagneul de Saint-Usuge is en blijft een zeldzame verschijning: in Nederland lopen naar schatting om en nabij 70 exemplaren rond.